Carnisme en speciëcisme op de schop

“The belief in a hierarchy of moral worth is deeply dysfunctional and a key driver of oppression” (Melanie Joy)

 

 

Iederéén zonder honger naar bed? Het kan!

 

Armoede is onrecht met vele gezichten. De omvang van de vleesindustrie is één van de elementen in de armoedeproblematiek. Willen we de honger in de wereld aanpakken, dan moeten we nagaan hoe deze kwalijke industrie standhoudt. We hebben het in dit artikel over speciëcisme en carnisme.

 

Woorden zonder bestaansrecht

Slechts enkelen gebruiken de woorden. In het beste geval heeft de rest van de samenleving ervan gehoord. Meestal leveren ze meewarig hoofdschudden op. In het slechtste geval wordt het bestaansrecht ervan ontkend: carnisme en speciëcisme tarten zelfs de spellingscontrole!

 

De slachtoffers

In speciëcisme –de ideologie die onderscheid maakt tussen soorten en de mens aan de top van de hiërarchie plaatst- ligt nochtans de oplossing voor vele hedendaagse problemen. Speciëcisme an sich is misschien niet de oorzaak voor de opwarming van de aarde en de uitbuiting van vruchtbare grond, zuivere lucht en water. Carnisme of het gedrag dat erdoor gestuurd wordt, namelijk het nuttigen en tot gebruiksvoorwerp maken van bepaalde diersoorten, is dat zeker wél.

Wetenschappers zijn het inmiddels eens over de schade die de boskap ten behoeve van de veeteelt teweegbrengt. De grootste massa CO2 wordt uitgestoten door dieren die gekweekt zijn voor menselijke consumptie. Carnisme veroorzaakt maatschappelijk aanvaarde uitbuiting van de planeet en verkwisting van de energievoorraden. Met de vrij recente fenomenen grondstofschaarste en klimaatvluchtelingen tot gevolg. Dierlijke producten nuttigen en gebruiken heeft absoluut niet enkel gevolgen voor de rechtstreekse slachtoffers, de dieren. Er bestaat geen twijfel over dat de bevolking in de armste delen van de wereld nu reeds hard getroffen wordt.

 

Tegen beter weten in

Ondanks alle wetenschappelijke kennis over het onderwerp wordt er méér vlees geproduceerd en genuttigd dan ooit tevoren. De gedachten dat het allemaal zo erg niet is of dat je als mens niet veel kan veranderen, zijn moeilijk te doorbreken. Tegen beter weten in houden mensen vast aan hun gewoonten. Zelfs mensen die in klimaatmarsen staan te roepen dat er iets moet gedaan worden. De meesten zien ook geen tegenstelling tussen hun oprechte liefde voor dieren en hun eetgewoonten. De hond die aan hun voeten meegeniet, benadrukt de discrepantie tussen woord en daad nochtans, met name houden van (de ene soort) en tegelijk opeten (van de andere soort). Mensen die zichzelf van achter een steak tartare of een kreeft belle vue pacifist of zelfs dierenvriend noemen, zien de absurditeit van wat ze zeggen vaak oprecht niet.

 

Psychologische conditionering

Deze tegenstrijdigheid tussen emotie en gedrag is maar mogelijk omdat we “psychologisch geconditioneerd” worden (vrij vertaald, Melanie Joy). Heel ons leven horen we niets anders dan dat dieren gebruiken normaal, natuurlijk en zelfs noodzakelijk is. Zo laat het systeem ons geloven dat discriminatie geen discriminatie is: “Dieren zijn er ten behoeve van de mens. Ze zijn gemaakt om op te eten. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd zijn”. Anders gezegd, we leren dat de mens boven de dieren staat en dat onderdrukking van dieren bijgevolg gerechtvaardigd is. Omdat het systeem de regels voorschrijft, lijkt het tevens alsof er niets te kiezen valt. En dus denken mensen er liefst niet bij na. Want wie wél durft kiezen, wordt niet als normaal beschouwt. Omwille van deze groepsnorm (“iedereen doet het”) schakelen mensen hun emoties uit en handelen ze compleet tegen hun moreel kompas in. Het opeten van wezens waar zij in se zielsveel van houden, gaan zij alzo als gewoon beschouwen.

 

Innerlijk conflict

Mensen die zich verzetten tegen de algemene (eet)cultuur, lokken verontwaardiging uit. In hun aanwezigheid wankelt het diervriendelijke beeld dat vele carnisten van zichzelf hebben en dat voelt ongemakkelijk. Dat zij hun eetgewoonten zo hevig verdedigen, bewijst dat zij diep vanbinnen geraakt worden. Het geweten laat zich immers niet misleiden door de irrationele logica van de meerderheid. Het hart beseft wat er speelt: handelen ten koste van anderen is machtsmisbruik. Er ontstaat een innerlijk conflict tussen de nood om bij de groep te horen enerzijds en de afkeer tegen onrecht anderzijds. Weerloze dieren (en mensen) degraderen tot product, is dat wel normaal?

 

De kracht van woorden

Zolang er geen woorden zijn om onrecht te benoemen, zolang is onrecht echter onbespreekbaar. De term speciëcisme begint gelukkig langzaam aan ingang te vinden in onze woordenschat. In Wikipedia lezen we: “Speciëcisme is de term voor het verschijnsel van discriminatie tussen wezens op basis van hun soort, doorgaans discriminatie van (gewerveldediersoorten door de mens. (…). Het woord

-een isme, met als eerste component het Latijnse woord species dat 'soort' betekent- is gevormd naar analogie met woorden als seksisme (discriminatie naar geslacht) en racisme (discriminatie naar ras)”.

Méér en méér mensen worden zich bewust dat hun handelen ingaat tegen hun ethisch bewustzijn. Velen stellen zich vragen over datgene dat zij blindelings als waar hebben aangenomen. De relatie tussen eetcultuur en de impact op de leefomgeving en op andere mensen en dieren wordt hen duidelijker. Het woord speciëcisme krijgt collectieve betekenis.

 

Eerst is er ridiculisering

Alle zelfreflectie ten spijt, we hoeven ons geen illusie te maken: net als seksisme en racisme zal ook de term speciëcisme niet als vanzelf de strijd tegen onrecht winnen. Volgens Tom Regan gaat elke grote beweging in de geschiedenis door drie fases. De eerste is ridiculisering, daarna is er discussie en pas in de laatste fase is er de algemene adoptie. Deze drie fases zagen we in de periode die vooraf ging aan de afschaffing van de slavernij. Zonder deze drie fases zouden kruidenheksen nog steeds van torens gegooid worden. Apartheid zou nog als normaal beschouwd worden. Anders geaarde mensen zouden nog gestenigd worden. Het vrouwenstemrecht zou er nooit gekomen zijn. Ooit zullen we ons als samenleving afvragen hoe we het gebruiken van weerloze dieren zolang hebben gerechtvaardigd. De gevolgen van de vleesindustrie voor de minst bedeelde mensen, zullen ook niet meer ontkend worden.

Reactie schrijven

Commentaren: 0