Bevrijd de zinnen

Om de 3 maanden schrijf ik een artikel in Rechtuit, het ledenmagazine van het Willemsfonds, de socio-culturele vereniging waar ik als coach inclusie werk.

Dit artikel verscheen in Rechtuit, editie september 2021


“Samen genieten zonder inspanning?

In organisatietermen heet dat inclusie.

In het Willemsfonds hebben we het over ontmoeten.” 


Verbeeld de zinnen

Talen op Het Betere Boek

 

Het afgelopen anderhalf jaar was ons doen en laten voorwaardelijk. Voor dove mensen stopt ontoegankelijkheid evenwel niet met een vaccin. Hoe geschift is dat?! En wat doen we er aan? Wat onderneemt het Willemsfonds? En wat kan jij zelf doen?

 

Een extra taal kennen, voorkomt uitsluiting. Of niet?

We ontmoeten elkaar weer! In ons enthousiasme vergeten we haast dat voor vele mensen ‘samen cultuur beleven’ inspanning en aanpassing vraagt. Ook voor dove mensen is dat nog steeds zo. Een bizar feit als je weet dat zij alles wat horende mensen kunnen, óók kunnen en méér. Want naast alle andere vaardigheden, spreken doven ook nog eens een extra taal.

 

Oralisme, de idee dat oraal-auditieve communicatie superieur is, ligt aan de basis van dit uitsluitingsmechanisme. Doofheid wordt als een zogenaamde ‘fout’ medisch ‘gecorrigeerd’ met implantaten en hoorapparaten. Terzelfder tijd wordt gebarentaal nog steeds afgedaan als louter een remedie. Het gevolg is dat slechts weinig dove kinderen van horende ouders gebarentaal vanaf de geboorte meekrijgen. Dat is schrijnend als je weet dat meer dan 90% van de dove kinderen horende ouders heeft. Men ontzegt deze baby’s dus lange tijd (één tot zelfs tien jaar) het contact in hun belangrijkste taal. Dit onder het mom dat orale taal de (maatschappelijke) voorkeur wegdraagt.

 

Gewoon een taal, maar dan 3D

3D-talen zoals de Vlaamse Gebarentaal of VGT zijn niettemin volwaardige talen. Gebarentaligen leven effectief in twee taaldimensies, een auditieve en een visuele. Mits voldoende taalcontact, verloopt het taalverwervingsproces precies hetzelfde als bij andere talen. Gebarentalen onderscheiden zich in feite enkel van andere talen doordat het visuele talen zijn. Net als in andere talen zijn er semantische, grammaticale en linguïstische regels, een gebarenschat of lexicon en een metataal met woorden als mondbeeld, handalfabet, iconische gebaren en glossen.

 

Culturele gebruiken zijn inherent aan taal, en dus ook aan gebarentalen. Dat wijzen niet onbeleefd is, lijkt vanzelfsprekend in een gestueel-ruimtelijke taal. Maar ook vragen naar de lening van iemands huis is in gebarentalen héél gewoon. Om toegang te krijgen tot informatie, zijn dove mensen voornamelijk aangewezen op ervaringsuitwisseling en kennisdelen. Zij vangen immers geen radioreclames of toevallige consumentenervaringen op.

 

Een bijzonder cultureel gebruik is de manier waarop namen gegeven worden. Elke persoon krijgt een uniek en algemeen aanvaard naamgebaar dat verwijst naar een uiterlijk kenmerk, een speciale vaardigheid of een karaktereigenschap. Naast de aandacht voor het individu blijkt hier de zin voor detail uit. Het geoefend oog is eigen aan gebarentaligen. Door te verbeelden bevrijden zij de zinnen.

 

Taalverbinding op Het Betere Boek

Vertoeven in het gezelschap van mensen die een taal spreken die jij (nog) niet machtig bent, is zwaar. Dat geldt voor alle talen, ook voor gebarentalen. De beginnende VGT-leerder op een gebarentalig evenement komt even (luister) moe thuis als de dove op een horend evenement.

 

Kom je naar Het Betere Boek en is jouw moedertaal Nederlands, dan hoef je - behalve eventueel je Engels op te poetsen - niets te doen. Het festival vergt voor jou geen inspanning. Samen met andere literatuurliefhebbers is het puur genieten. Ontspannen, ontmoeten zonder ‘moeten’ ont-moeten. Moeiteloos en onvoorwaardelijk deelnemen, dat vinden we vanzelfsprekend.

 

Zelfs de literatuurliefhebber die niet aanwezig is, kan via livestreaming meegenieten, op 9 oktober of nadien. Voorts, omdat de dominante taal auditief Engels is, laten we het startdebat tussen Arnon Grünberg en Marek Šindelka alsook de prijsuitreiking van De Bronzen Uil door tolken omzetten in Vlaamse Gebarentaal. In combinatie met YouTube ontsluiten we Het Betere Boek aldus voor de 6.000 VGT-moedertaalsprekers. Dat de video mogelijk helpt bij VGT taalverwerving in literaire context, is wellicht meegenomen voor de 7.000 mensen voor wie VGT de tweede taal is.

 

Het succes van communicatie hangt af van bewustzijn, bereidheid én vaardigheid van de dominante (taal)groep om een andere (taal)groep te betrekken. Daarom helpen we de bezoekers om met elkaar van gedachten te wisselen.

 

Omdat de collectieve taal op het festival het geschreven Nederlands is, voorzien we voor iedereen pen en papier, alsook handige communicatietips. Verbindende communicatie hoeft écht niet moeilijk te zijn. Wil je jezelf evenwel extra uitdagen, spreek dan je eerste woordje VGT tijdens Het Betere Boek. Met het handige VGT-alfabet zetten we je alvast op weg.

 

Tania Menten, coach inclusie

 

Dit artikel is een verkorte weergave van het interview met Caro Brosens, Taalkundig onderzoeker, Vlaams GebarentaalCentrum vzw. 



Reactie schrijven

Commentaren: 0